In Spijkenisse geboren personen, verhuisd en elders overleden ten gevolge van de oorlog.
Geboren: 15 augustus 1902 Woonplaats: 's Gravenzande Omgekomen: 12 januair 1943, Neuengamme.
Bron: oorlogsgravenstichting
Jan Remco Theodoor Campert is journalist, dichter en auteur en verzetsman. In 1926 beproefde hij zijn geluk in de journalistiek, aanvankelijk in plaatselijke en in streekbladen. In 1927 kwam hij in dienst bij De Nieuwsgier het Dagblad voor Westelijk ’s-Gravenhage, later hernoemd in De Nieuwsbron, Algemeen Nederlandsch Dagblad. Campert schreef in de aanloop naar de oorlog, in de crisistijd, stukken voor NSB, hoewel hij niet sympathiseerde met het gedachtegoed. Naar aanleiding van de executie van de 15 verzetsleden van de Geuzengroep en drie februari stakers op 13 maart 1942, schrijft hij het gedicht “De achtien dooden”. Campert heeft rond de twintig joden naar België helpen ontsnappen. Op 21 juli 1942 wordt hij met een helper, de Bredase journalist Martien Nijkamp, vlak over de grens bij Baarle-Nassau gearresteerd toen hij de 21-jarige Jood Frans van Raalte de grens over probeerde te smokkelen. Hij wordt gevangengezet in Breda, kamp Haaren, kamp Amersfoort en hij komt uiteindelijk via Buchenwald op 1 december 1942 aan in Neuengamme. Hij krijgt longklachten en wordt tot tweemaal toe opgenomen in het ziekenhuis. Op 12 januari 1943 om 13:30 overlijdt hij aan borstvliesontsteking. Met zijn gedicht De Achttien Dooden is hij geworden wat hij als verzetsstrijder wilde: Stem te zijn, en anders niet.
In zijn geboortedorp Spijkenisse, staat een monument ter nagedachtenis aan hem op de Jan Campertkade. Hij wordt tevens genoemd in de erelijst van Gevallenen 1940-1945.
Geboren: 17 januari 1874 Woonplaats: Nederlands Indië Omgekomen: 06 september 1944, kamp Tjihapit, Bandoeng.
Bron: oorlogsgravenstichting
Angelina Peppink is door uitputting overleden. Ze is begraven op het Nederlands Ereveld Padu.
Geboren: 25 augustus 1917 Woonplaats: Geervliet Omgekomen: 10 mei 1940, Linden.
Bron: oorlogsgravenstichting
Jan Johannes Groenenberg wordt opgeroepen voor de dienstplicht in oktober 1936. In maart 1937 gaat hij met groot verlof, maar wordt in augustus 1939 voor de mobilisatie teruggeroepen. Hij wordt ingedeeld bij Staf II 26ste regiment Infanterie en wordt gestationeerd bij Katwijk aan de Maas. Tijdens de invasie op 10 mei wordt door de Duitsers geprobeerd om de spoorbrug bij Mook in handen te krijgen om zo snel Nederland te overlopen. De overval op de brug mislukt en deze wordt opgeblazen. Tijdens het gevecht wordt Jan Johannes Groenenberg aan de voet van de dijk bij kazemat S-110 getroffen door artillerievuur en overlijd ter plekke. Hij wordt op 19 juni 1940 bijgezet in het graf van zijn moeder gelegen op de begraafplaats Vredehof te Spijkenisse. In 1972 wordt hij herbegraven op het militaire Ereveld Grebbenberg.
Jan Johannes Groenenberg is postuum onderscheiden met het oorlogsherinneringskruis met gesp Nederland 1940 en wordt genoemd in de in de erelijst van Gevallenen 1940-1945, welke in de entree van de tweede kamer der Staten Generaal ligt.
Geboren: 16 september 1877 Woonplaats: Nederlands Indië Omgekomen: 12 december 1944, kamp Tjideng, Batavia.
Bron: oorlogsgravenstichting
Arendje Jannetje Stehouwer is getrouwd met Cornelis de Haan uit Schiedam. In 1925 vestigen ze zich in Rotterdam na terugkomst uit Java. Wanneer ze terug gaan naar Nederlands Indië is onbekend. Ze overlijd in het Japanse interneringskamp voor vrouwen en kinderen in Tjideng en wordt begraven op een buiten ereveld.
Geboren: 04 maart 1917 Woonplaats: Den Helder Zeemansgraf: 27 februari 1942, Javazee.
Bron: oorlogsgravenstichting / state library of victoria / googlemaps
Corstiaan van der Jagt gaat naar Nederlands Indië en is Korporaal Geschutsmaker aan boord van de Hr.Ms. Java. Deze kruiser wordt tijdens de slag in de Javazee in de nacht van 27 februari 1942 getroffen door een torpedo afgeschoten door de Japanse kruiser Nachi. De torpedo raakt het achterste munitieruim. Er onstaat een explosie waardoor het achterschip afbreekt. De Hr.Ms. Java zinkt vrijwel direct en 491 van de 512 bemanningsleden komen om,waaronder oud inwoners Antoine Bastiaan van der Pijl (Brielle), Gerrit Joseph Jöbsis, Jacobus de Pijper en Marius Rozenberg (Hellevoetsluis), Pieter Kuit (Nieuwenhoorn), Piet Bijl en Jan Izak Hamers (Nieuw Helvoet).
Corstiaan van der Jagt wordt genoemd in de erelijst van Gevallenen 1940-1945.
Corstiaan van der Jagt is de broer van IJntze van der Jagt (oud inwoner Spijkenisse).
Geboren: 31 oktober 1915 Woonplaats: Nederlands Indië Vermoord: aan boord Japans oorlogsschip, nabij Tarakan.
Bron: oorlogsgravenstichting / wikimedia
IJntze van de Jagt wordt in 1935 goedgekeurd voor de militaire dienst en komt bij het Regiment genietroepen. In 1937 verhuist hij naar Nederlands-Indië in dienst van de KNIL. Hij was gestationeerd op het eiland Tarakan. Hier werd veel olie geproduceerd en had een vliegveld en haven wat interessant was voor de Japanners. Na hevige aanvallen capituleerde het Nederlands leger op 12 januari. De 2 kustbatterijen te Peningki-Karoengan (zuidpunt van het eiland) konden niet worden bereikt om het bericht van capitulatie door te geven omdat de Japanners bij de inval de telefoonlijnen hadden doorgesneden. Ondanks dat de Japanners dit wisten voeren 6 mijnenvegers toch binnen. De batterijcommandant, die niet op de hoogte was van de capitulatie, liet met succes 2 Japanse mijnenvegers tot zinken brengen. Nadat de Nederlanders waren ingesloten en zich hadden overgegeven werden 215 krijgsgevangenen van de batterij mee naar de plaats waar de Japanse mijnenvegers tot zinken waren gebracht. Hier werden de Nederlands-Indische militairen op 19 januari 1942 op gruwelijke wijze met een bajonet vermoord en in zee gegooid.
IJntze van der Jagt wordt genoemd op het monument slachtoffers Tarakan op het ereveld in Loenen.
IJntze van der Jagt is de broer van Corstiaan van der Jagt (oud inwoner Spijkenisse).
Geboren: 16 januari 1875 Woonplaats: Nederlans Indië Omgekomen: 25 januari 1945, Ambawara.
Bron: oorlogsgravenstichting
Adrianus Klok is gepensioeneerd sergeant en gemeente controleur. Hij Overlijd in het kamp Ambawara 7 (Java) en wordt daar begraven. In september 1950 wordt hij herbegraven op het Nederlands Ereveld Kalibanteng.
Geboren: 06 september 1916 Woonplaats: Vlissingen Zeemansgraf: 20 mei 1944, Noordzee.
Bron: oorlogsgravenstichting / wikipedia / googlemaps
Hendrik Oorbeek is kwartiermeester aan boord van het mijnenveegschip Hr.Ms. Marken. Dit is een houten schipovergenomen van de Royal Navy. De foto toont een zusterschip de Hr.Ms. Ameland. Op 20 mei vertrekken de HR.Ms Marken, Rozenburg en Terschelling II voor mijnveegwerkzaamheden. Vlakbij het lichtschip Sunk in de monding van de Thames loopt de Hr.Ms. Marken op een akoestische mijn. Slechts één opvarende van de 17 man overleefde de ramp.
Hendrik Oorebeek wordt genoemd in de erelijst van Gevallenen 1940-1945.
Geboren: 12 juli 1894 Woonplaats: Somoredjo Zeemansgraf: 18 september 1944, Indische Oceaan.
Bron: powtaiwain.org / googlemaps / nationaalarchief
Egbert Quispel wordt door de mobilisatie opgeroepen en gaat in 1915 het leger in. In 1922 wordt hij toegevoegd aan de KNIL waar hij in 1936 twee jaar bijtekent als sergeant majoor conducteur der artillerie, oftewel magazijnmeester. Hij wordt op 10 maart 1942 gearresteerd door Japanners en op 16 september 1944 wordt hij met nog 2300 krijgsgevangenen en 4200 Javaanse Romusha's (krijgsgevangenen/werkslaven) aan boord gezet van de Junyo Maru. Dit schip zou de krijgsgevangenen naar Sumatra brengen voor de bouw van de Pekanbaru-spoorweg van Pekanbaru naar Muaro. Op 18 september ontdekte de Engelse onderzeeboot Tradewind de Junyo Maru. Omdat het schip geen rode kruis op de huid had werden vier torpedo's afgeschoten. Twee raakten de Junyo Maru welke na 20 minuten zonk. Hierbij kwamen ruim 5600 gevangenen om, waaronder oud inwoners Hendrik Kans en Johan Marinus Adriaan de Ruijter (Brielle), Willem Cornelis Termijn (Hellevoetsluis), Cornelis Buurmeester (Nieuw-Helvoet), Alfred Goudswaard en Cornelis Wageveld (Rockanje).
Geboren: 04 maart 1904 Wonplaats: Rotterdam. Omgekomen: 07 december 1943, Brandenburg.
Bron: oorlogsgravenstichting / stadsarchief rotterdam
Bouwen Ruighaver is varensgezel van beroep. Hij trouwt op 24 juli 1926 met de in Duitsland (Ruhrort) geboren Auguste Sophie Weber. Op 2 maart 1931 vertrekken ze naar Ruhrort. In augustus 1933 komen ze weer terug naar Nederland en vestigen ze zich in Rotterdam. Bouwen Ruighaver sluit zich aan bij het verzet en is lid van de eerste verzetsgroep in Nederland ( Wollweber). Op 16 juni 1940 wordt Bouwen Ruighaver gearresteerd op verdenking van anti Duitse propaganda. Nadat hij vastgezet is in het politiebureau/gevangenis Haagse Veer in Rotterdam wordt hij een maand later hij naar Amsterdam overgebracht. Na kamp Amersfoort komt hij via Hamburg op 19 juni 1942 aan in de gevangenis Moabit (Berlijn). Hij wordt voor een periode van drie jaar (14 juli 1942 / 14 juli 1945) vastgezet in de gevangenis Brandenburg-Görden. Daar overlijdt hij aan een zwakke hartspier. Hij wordt begraven op Neuer Alt – städtischer begraafplaats.
Meer informatie over de verzetsgroep Wollweber is te vinden op rudi-harthoorn.nl.
Geboren: 17 februari 1903 Woonplaats: Rotterdam Vermoord: 09 juli 1943, Sobibor.
Cato Henriette Bertha is de dochter van Salomon de Vries, geboren te Spijkenisse en Keetje van der Hoek, geboren te Heenvliet. Zus van Abraham Samuel de Vries, geboren te Brielle.
Geboren: 14 januari 1862 Woonplaats: Rotterdam Vermoord: 11 december 1942, Auschwitz.
Salomon de Vries is getrouwd met Keetje van de Hoek uit Heenvliet. Ze hebben twee kinderen; Cato Henriette Bertha, geboren te Spijkenisse en Abraham Samuel, geboren te Brielle.