Op 4 maart is de eerste missie van het 8ste Airforce divisie op het Europese strijdtoneel en deze is gepland naar de Duitse plaats Hamm. Er zullen in deze vlucht 71 vliegtuigen meevliegen.
Niet wetend dat dit zijn laatste vlucht is begint de dag voor piloot Captain William E. Friend jr met om 03:45 ontbijt en een uur later de briefing;
Bron: findagrave |
1) 2) 3) 4) 5) 6) |
Take-off Leaving airfield Bassingbourne Passage Cromer 53º 40' N – 003º 00' E Texel |
07:45 08:15 08:23 - 08:29 09:00 09:25 09:51 |
7) 8) 9) 10) 11) 12) |
Meppen Target / Hamm Goor Texel Crommer Lunch |
10:33 10:58 11:15 11:40 12:00 13:00 |
De hoofddoelen zijn het rangeerterrein van de spoorwegen en de ernaast gelegen staalfabriek in Hamm. Mocht dit niet lukken is er voor de terugweg als tweede doel Osnabrück aangewezen en als laatste optie de scheepswerf Wilton Feijnoord in Rotterdam.
Vanaf het RAF-vliegveld Thurleigh, Bredfordshire stijgt hij om 07:45 met nog 20 vliegtuigen van de 303de, 305de en 306de bom squad op, om richting Bassingbourn te vliegen. Daar wordt de formatie rond 08:25 aangevuld met 50 vliegtuigen van de 91ste bombardementsgroep.
Bron: wiki
Als alle vliegtuigen in formatie vliegen, wordt koers gezet naar de Engelse kust. Na passage van Cromer vliegen ze op 9800 voet hoogte naar de positie 53º 40’ Noord – 003º 00’ Oost. Daar wordt een bocht naar rechts gemaakt richting Texel.
Hoe dichter men bij de Nederlandse kust komt hoe meer bewolking er komt en het zicht wordt slechter. Net over de noordpunt van Texel ligt een “veilige” corridor waar men buiten bereik van afweergeschut is.
Op hetzelfde moment vliegt een formatie van 24 B24 bommenwerpers noord van de Waddeneilanden als afleidingsmanoeuvre.
Bij Texel komen ze in dichte lagen met bewolking waardoor het zicht terugloopt tot 300 yard ( 275 meter). Er is geen afweergeschut maar vier tot vijf Focke Wulf 190, één Junker 88 en twee Messerschmitt vliegtuigen onderscheppen de formatie. De Messerschmitts vliegen mee. Als er op de Junker geschoten wordt verdwijnt deze in de bewolking. De Focke Wulff’s vliegen een paar keer voorbij. De formatie leider besluit vanwege het zicht om terug te keren naar de basis in Engeland. Een rechtse draai wordt ingezet en op een hoogte van 21.200 voet begint de terugvlucht voor de 306de bomgroep (gele route). Zij landen om 11:19 op het vliegveld Thurleigh.
Tijdens deze draai blijft William E. Friend iets achter en uit de bewolking verschijnt dan een Focke Wulf die hem aanvalt. De Focke Wulf wordt gevlogen door Unteroffizier Hans Meissner.
Het vliegtuig van Captain Friend wordt geraakt waarbij motor No 3 in brand vliegt. Dit is de eerste motor rechts van de cockpit. Vlammen slaan uit de motor langs het vliegtuig naar achteren. William Friend verlaat met zijn B17 de formatie met een duikvlucht. Hij wordt nog een aantal maal door de Hans Meissner in zijn Focke Wulff aangevallen. De bemanning van de terugkerende vliegtuigen zien de B17 met rook omhuld maar nog wel onder controle boven water dicht bij de kust vliegen. Ze melden dat er dan zeven parachutes gezien zijn.
Omdat niet iedereen het bericht over de terugkeer heeft ontvangen en het zicht zodanig is dat men elkaar niet ziet, vliegt het 91ste bombardementsgroep door naar Duitsland (rode route). Een deel van de formatie vliegt via het IJsselmeer en langs Haarlem richting Rotterdam (blauwe route).
De vragen die bij ons nu opkomen zijn:
V: Kan het zo wezen dat William E. Friend het abort bericht niet gehoord heeft. Niet iedereen heeft blijkbaar dit bericht ontvangen.
A: Ja dit is heel goed mogelijk. Ze zijn druk met vliegen (met slecht weer) en de aanvallende vliegtuigen. Dan mis je zomaar een bericht.
V: De B17 is zo ontworpen dat het zelfs op één motor (zonder bomlast en weinig brandstof) kan vliegen. Is er dan geen noodzaak geweest om retour Engeland te gaan?
A: Een volgeladen B17 kan niet op 1 motor blijven vliegen. Gezien het vluchtplan zat er ook nog minimaal 75% brandstof in. Zodra een motor in brand staat was de procedure aan de piloot. Ben je vlak bij het doel dan maak je de missie af (mits de toestand van het vliegtuig dat toelaat natuurlijk). Ben je nog ver weg dan zo snel mogelijk terug naar de basis. Een ongecontroleerde brand in motor 3 kan mede de besturingskabels en andere beweegbare vleugeldelen hebben beschadigd
V: Er zijn zeven parachutes gezien vermeld het Mission Report. Dat zou betekenen dat er nog maar twee bemanningsleden in het vliegtuig hebben gezeten. Is het dan mogelijk om het vliegtuig in de lucht te houden ? en is het dan niet raar dat men zich heeft aangesloten bij de formatie die richting Rotterdam is gevlogen ?
A: Theoretisch zou de B-17 met 2 man gevlogen kunnen worden, dus dat is goed mogelijk. Maar gezien bovenstaande is de keuze om naar Rotterdam te vliegen heel vreemd.
Toen het weer opklaarde ontdekte de doorgevlogen vliegtuigen richting Duitsland (rode route) dat de formatie nog maar uit 17 vliegtuigen bestond. Zij bombardeerde om 10:45 Hamm zoals opgedragen.
Bron: mission report
Ook daar ondervindt men hevige luchtweerstand van de Duitse jagers. Hierdoor gaat er één vliegtuig verloren tijdens het bombardement en op de terugweg (groene route) verliezen zij nog drie vliegtuigen door luchtaanvallen van Duitse vliegtuigen nabij Texel.
Het deel van de formatie gaat niet terug naar Engeland, maar vliegt ook niet naar Hamm. Deze 28 vliegtuigen verzamelen zich boven het IJsselmeer om daarna richting het derde target te vliegen. Na een paar rondjes boven het IJsselmeer vliegen ze langs Haarlem richting Rotterdam (blauwe route). Daar wordt de scheepswerf Wilton Feijenoord gelegen op de noordoever tussen Schiedam en Vlaardingen gebombardeerd. Alhoewel het zicht niet denderend was is er genoeg zicht om de bommen te laten vallen.
In de oorlogskroniek Mijn Dagboek van Kees Tetteroo, de veearts van Schipluiden schrijft hij:
Vanmorgen 4 maart 1943 omstreeks tien uur ronkten 28 zware Amerikaanse bommenwerpers met jager begeleiding over onze omgeving. Nog nooit hadden we zo’n zwaar luchtafweer meegemaakt als hier losbarstte. Ze vlogen in formatie kort bij elkaar, omgeven door een groot aantal detonatiewolkjes van het luchtdoelgeschut. Niet veel later komt de formatie boven de scheepswerf en laten ze hun bommen vallen.
Bron: mission report
Zoals op de foto te zien is wordt niet alleen de scheepswerf getroffen. Aan de Noordzijde van het Scheur vallen er 15 bommen op de spoorlijn tussen Schiedam en Vlaardingen. De spoorbrug over de Poldervaart bij Kethel wordt daar ook bij getroffen. Aan de zuidzijde van het water, net west van de 1ste petroleumhaven en in de polder Oud Rozenburg op het eiland Rozenburg vielen de bommen, waar de schade beperkt blijft omdat dit landbouwgrond is
De 28 bommenwerpers vliegen na het bombardement terug richting Engeland. Zij ondervinden hevige aanvallen door afweergeschut. Volgens nauwkeurige waarneming van de lucht beschermingsdienst Brielle waren het B17’s. Diverse ooggetuigen verklaren dat er één van de vliegtuigen geraakt is en een spoor van zwarte rook achter zich heeft. Rond 10:30 vliegt de formatie over Brielle waar dan een vliegtuig zijn bommen laat vallen. Vijf bommen treffen de stad met 22 doden tot gevolg.
V: Er zijn flink wat bommen op de werf neergekomen. Wat zou een oorzaak kunnen zijn dat het vliegtuig zo’n 15 kilometer verder zijn bommen loost net boven Brielle ?
A: De bommen zijn denk ik op een moment gegooid om gewicht te verliezen maar dat heeft niet mogen baten. Een pilot die een noodlanding overweegt zal zoveel mogelijk gewicht willen verliezen. Dat is heden ten dage nog steeds. Deze bommen troffen helaas Brielle.
Het hoofd van de distributiekring Brielle verklaart dat rond 10:30 vliegtuigen boven Brielle verschenen die bommen afwierpen. Hij hoorde een grote knal en medewerkers van het distributiekantoor kwamen naar beneden gerend. Bij controle bleek het puin te zijn dat door het dak gekomen was. Dit is afkomstig van de eerste bom die in het talud van het Slagveld terecht is gekomen ter hoogte van huizen met het huidige nummer 22 en 23.
Bron: streekarchief vpr / Bevrijdingsfestival Brielle
Hij gaat naar het bijkantoor in de Dijkstraat. Dit pand is eigendom van de gemeente en in verband met een verbouwing van het distributiekantoor tijdelijk in gebruik door de distributiekring. Daar is de tweede bom terecht gekomen. Het bijkantoor en enkele huizen zijn voor een groot gedeelte verwoest. Hij treft Pieter de Raadt (Zwartewaal) aan die zwaargewond is en later aan zijn verwondingen overlijdt.
Pieter de Raadt
Bron: historische werkgroep zwartewaal
Tevens wordt P. Langendoen (Oostvoorne) die half begraven ligt onder het puin, uitgegraven. Ook hij is zwaargewond en wordt naar het ziekenhuis in Rotterdam gebracht. De 3de ambtenaar mejuffrouw Pl. van Beek (Oostvoorne) is door de luchtdruk naar buiten geslingerd, maar heeft nagenoeg geen letsel. In totaal zijn hier vier zwaargewonden gevallen, waarvan er één is overleden.
De derde bom slaat in in de Langestraat tegenover het badhuis. Hierbij worden de nummers 60 t/m 68 geheel verwoest. De huizen ernaast zijn gedeeltelijk verwoest of zwaar beschadigd. Op nummer 66 woonde de familie Roskam. Een voorbijlopend buurmeisje, mejuffrouw T. Roedolf, stapt bij mevrouw Roskam naar binnen om te schuilen. Nadat de bom is gevallen stort het huis in en worden ze bedolven onder het puin. Als men gaat zoeken naar overlevenden hebben ze contact met de twee slachtoffers. Mevrouw Roskam ligt onder en met haar hoofd in de waterput. Door lekkage aan de leiding loopt deze langzaam vol waardoor ze verdrinkt voordat ze gered kan worden.
Angenietje Roskam
Eigendom: Dhr. J. Roskam
Ze wordt opgebaard in Nieuwenhoorn en van daaruit per rouwkoets overgebracht naar de begraafplaats aan de G.J. van den Boogerdweg. Daar wordt ze op 8 maart in park 4 graf Nr 8 begraven. Alhoewel de steen is verdwenen is het graf nooit hergebruikt.
De vierde bom vernielt de meisjes vakschool. Deze school is door de Duitsers gevorderd en hierin is de Organisation Todt gevestigd. Er vallen direct 4 slachtoffers.
Eigendom: T. Rietdijk / Bron: Bevrijdingsfestival Brielle / rotterdamsch nieuwsblad, 08-03-1943
Albertus Vink, Johanna Maria van den Dool Kohlmann, Gobel Marinus Stenis en Paulus Visser.
In hun gevorderde onderkomen, de vakschool, wordt op aanwijzing van de OT gezocht naar slachtoffers. Daar worden drie zwaargewonden uit het puin gehaald. Hiervan overlijdt er later die dag één in het ziekenhuis te Rotterdam. Gezien de overlijdensakte zou dit Barbara Krabbe Schmidt moeten zijn.
In de Deutsche Zeitung in den Niederlanden van 14 maart 1943 staat een bedankadvertentie voor Johanna van den Dool Kohlmann van haar man J.A. van den Dool.
Bron: deutsche zeitung in den niederlanden, 14-03-1943
Globes Marinus van Stenis was in dienst van de WA, de weerbaarheidsafdeling van de NSB. Zijn begrafenis wordt uitgebreid beschreven in het Nationale Dagblad van 10 maart 1943.Het Nationale Dagblad is de krant die tussen 1939 en 1945 wordt uitgegeven door de NSB.
In De Zwarte Soldaat van 22 maart 1943 staat een foto van de stoet. De Zwarte Soldaat was was het lijfblad van de WA, onderdeel van de NSB, dat tussen 1940 en 1945 wekelijks verscheen en zich sterk maakte voor een zelfstandig 'Dietschland'.
Bron: het nationale dagblad, 10-03-1943 / de zwarte soldaat, 22-04-1943
De vijfde bom valt op een vleugel van de ambachtsschool waar tevens een gedeelte van de meisjesvakschool en het lager onderwijs van de christelijke school was gevestigd. De vleugel van het gebouw wordt geheel verwoest en 14 doden worden hier geborgen.
Waar de secretaresse van de meisjes vakschool is omgekomen is niet duidelijk. Alhoewel de vakschool niet gebruikt werd voor de lessen, was de keuken nog wel toegankelijk.
Berdina Cornelia Pijnaken
Eigendom: Mevr. E. Boender
Om de slachtoffers zo snel mogelijk te vinden en te redden wordt door de aanwezige directeur van de vakschool aanwijzingen gegeven waar de slachtoffers zich zouden kunnen bevinden. Tevens wordt met de directeur en de aanwezige leraressen gesproken over het aantal leerlingen aanwezig in de school. Omdat er geen absentielijsten aanwezig zijn en de scholen een regiofunctie hebben, worden 17 omliggende gemeenten waar leerlingen vandaan komen op de hoogte gebracht. Het verzoek wordt gedaan om na te gaan of er leerlingen niet thuis waren gekomen. Op vijf maart wordt de laatste vermiste geborgen.
Van de leerlingen komen zeven meisjes en zeven jongens om het leven.
Maaike van Rietschoten, Maria Juliana Stolk, Jacomijntje Johanna Kruik.
Bron: maria rust / oudheidkammer oostvoorne / Eigendom: Mevr. Meier Moree
Pieternella Annetje Wageveld, Hendrika de Rave, Jacoba Willemijntje Boutkan, Adriana Jacoba Oudenaarden.
Bron: onbekend / Eigendom: Fam. Verheij / Mevr. H. Lugtenburg / Bron: rotterdamsch nieuwsblad, 06-03-1943
Jan Theunis Luijten, Johannes F. A. G. Hoek, Bastiaan Verheij.
Eigendom: Mevr. M. Fikkers Luijten / Dhr. J. Roos / Fam. Verheij
Wouter Hordijk, Piet Oranje, Mijndert Langendoen, Antonie Willem van der Reest.
Bron : Bevrijdingsfestival Brielle / rotterdamsch nieuwsblad 09-03-1943
De lichamen worden nadat ze onder het puin uitgehaald zijn in eerste instantie overgebracht naar de grote leegstaande winkel van kachelsmid van der Ham gebracht. Later zijn ze weer overgebracht naar het gemeentelijk gymnastieklokaal, waar de politie de verdere formaliteiten afhandelde.
Het “bombardement” is koren op de molen van de door Duitsers gecontroleerde pers. Dat blijkt wel uit het artikel wat te vinden is in bijna alle kranten uitgegeven in Nederland. Zoals het nieuwsblad van het Noorden, Leidsch Dagblad, Haarlemsche Courant, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant en zelfs in de Limburger koerier en prent in de Zwarte Soldaat.
Bron: rotterdamsch nieuwsblad, 09-03-1943 & 06-03-1943
Naast de 22 dodelijke slachtoffers, waren er ook nog negen zwaargewonden.
Uit het puin van de ambachtsschool worden nog 4 leerlingen gered.
Willem van Soest (1927).
Eigendom: Mevr. van Soest
Willem van Soest is door de explosie een groot stuk schedel kwijtgeraakt. Hij is, volgens overlevering, door een hoge Duitse officier naar het ziekenhuis gebracht. De oorlog heeft bij hem diepe littekens achtergelaten.
Jacob Witvliet (1921), Pieter Bevaart (1927), Hubrecht Simon Aalbregtse (1928).
Uit het puin van de meisjes vakschool de dames; Arendje Aberina Patyn Breevaart (1918), Alida Bubberman (1924).
Uit het puin in de Dijkstraat de twee heren; Pieter Jacob Langendoen (1915), Willem de Pijper (1900).
En de dame; Leentje Blom Warbout (1884).
De gedropte bommen worden op rekening van de B17F gezet, gevlogen door William E. Friend. Zijn toestel, wat al beschadigd was bij de aanval boven Texel stort zo’n 10 kilometer ten westen van Hoek van Holland in zee.
A: Dat zou betekenen dat hij aangeschoten meegevlogen is om zijn bommen boven de scheepswerf te droppen. We zouden dan moeten aannemen dat dit niet gelukt is en hij wellicht door een haperend mechanisme boven Brielle zijn bommen heeft gelost. Er wordt ook geopperd dat men de peilantenne die opgesteld stond op de toren van de Catherijnekerk heeft willen raken. Maar gezien de aanwezigheid van de Biberbunker in Oostvoorne, Peilstation in Nieuwenhoorn en de grote antennes in de duinen lijkt dat niet waarschijnlijk. Tevens is dit niet beschreven als target in de mission reports.
Van de negen bemanningsleden spoelt alleen de bombardier 2LT George Walmsley Fredrick aan op het strand. Hij is in eerste instantie begraven op de Algemene begraafplaats Crooswijk in Rotterdam en later herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats Margraten. De andere acht bemanningsleden staan nog steeds te boek als Missing In Action en zijn genoemd op de Walls of Missing in Margraten
In persberichten afgegeven door de Amerikanen wordt het bombardement op Rotterdam als groot succes omschreven. Navraag door de Nederlandse regering bij de Amerikanen na berichten uit het bezette Nederland leverde de reactie op: “ Wij zijn weliswaar over Brielle teruggevlogen, maar het waren niet onze bommen.”
Kapitein William E. Friend vliegt met nog 8 bemanningsleden in de B17 42-5129.
|
Positie 1 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen Begraven |
Bombardier / Bommenrichter George Walmsley Frederick 29 November 1920 Wilmington, New Castle County, Delaware Denver County, Colorado Second Lieutenant Purple Heart, Air Medal with Oak Leaf Cluster Margraten |
|
Positie 2 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Navigator George William Owens jr 10 November 1920 Dallas County, Texas University Park, Dallas County, Texas First Lieutenant Purple Hear, Air Medal with Oak Leaf Cluster Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 3 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Pilot /Piloot William E. Friend 4 Oktober 1918 Cleveland, Cuyahoga County, Ohio St. Louis, Missouri Captain Purple Heart, Air Medal with Oak Leaf Cluster Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 4 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Co-Pilot / Co -Piloot Aaron E. Cuddeback 16 Oktober, 1918 Portland, Multnomah County, Oregon Lane County, Oregon First Lieutenant Purple Heart, Air Medal Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 5
Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Engineer – Top Turret Gunner / Boordwerktuigkundige – Topkoepelschutter William E. Cherry 6 Februari 1917 Senaport, Owen County, Indiana Vermilion County, Illinois Technical Sergeant Purple Heart, Air Medal with Oak Leaf Cluster Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 6 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Radio operator – Gunner / - Schutter Mahlon E. Snover 14 Maart 1914 South Bend, St. Joseph County, Indiana Los Angeles County, California Technical Sergeant Purple Heart, Air Medal with Oak Leaf Cluster Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 7 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Ball Turret Gunner / Kogelkoepelschutter Gilbert G. Shoemaker 26 Oktober 1909 Oxford, Chenango County, New York Binghamton, Broome County, New York Staff Sergeant Purple Heart, Air Medal with Oak Leaf Cluster Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 8 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Waist Gunner / Zijschutter Stanley C. Guiou 3 October 1919 Presque Isle, Aroostook County, Maine Sagadahoc County, Maine Sergeant Purple Heart, Air Medal Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
|
Positie 9 Naam Geboren Geboorteplaats Woonplaats Rang Onderscheidingen MIA |
Tail Gunner / Staartschutter Ernest Pryor Garland 9 May 1917, Robinsonville McLennan County, Texas McLennan County, Texas Technical Sergeant Purple Heart, Air Medal with Oak Leaf Cluster Vermeld op de Walls of Missing, Margraten |
Bron: honor state / findagrave
Purple Heart
Air Medal
Oak Leaf Cluster